Spelenderwijs ervaren hoe democratie werkt
Vrijdag 27 oktober was er wel een hele bijzondere vergadering van de gemeenteraad. Dat wil zeggen, groep 7 en 8 van de Mattheusschool uit Galder zaten in de raadszaal in Chaam en speelden dat ze de gemeenteraad waren van een stad.
Democracity
De 27 schoolkinderen speelden het spel Democracity. Spelleider was Stefan van ProDemos, een voorlichtingscentrum dat leerlingen spelregels bijbrengt van burgerschap, democratie en rechtsstaat. Ze werken vanuit Den Haag en zijn vooral gericht op de Tweede Kamer, maar werken ook met andere bestuurslagen. Democracity wordt in veel gemeenten gespeeld. In Alphen-Chaam is het voor de corona ook al gedaan. Maar nu was het voor het eerst een klas uit Galder die kon laten zien wat zij belangrijk vonden om hun stad te bouwen. Het college was vertegenwoordigd door wethouder Erik Wilmsen en er waren vier raadsleden, twee van GBA een van GBSV en CDA.
Partijen oprichten
Democratie kan natuurlijk niet werken als er geen politieke partijen zijn. Die werden snel opgericht door de groep in vijven te verdelen. Iedere partij mocht een naam kiezen en een slogan, voor het thema dat ze belangrijk vonden. Ook moest een voorzitter en een secretaris worden aangewezen. Van alle partijen bleken de woordvoerders meisjes. De wethouder en de raadslieden gingen de partijen even langs voor advies. Sommigen hadden meteen hun doelen in de naam gezet, zoals de ZSO voor ‘ziekenhuis, supermarkt en onderwijs’; die eerste twee hebben we in Galder niet. Voor de BNG waren boeren en natuur heel belangrijk. De JIT stond voor ‘jeugd is toekomt’.
Hoogste prioriteiten bepalen
Het spel werd gespeeld midden in de kring van zetels in de raadszaal. Daar lag een plattegrond van een stad, met huizen. De gemeenteraad mocht gaan bepalen welke andere gebouwen of functies hieraan toegevoegd worden. Elke partij mocht er vijf uitzoeken en op hun tafel zetten, in volgorde van de prioriteit die ze eraan gaven. Het voor hen belangrijkste gebouw mocht iedere partij al meteen op de plattegrond plaatsen. Zo werden een boerderij, basisschool, middelbare school, sporthal en ziekenhuis op de plattegrond neergezet. Over de locatie werd onderling gediscussieerd; zo bleek het handig om de sporthal naast de basisschool te zetten.
Leren debatteren
Bij de tweede ronde kon niet zomaar worden geplaatst. Er moest over worden gestemd. Daarbij moest je in je achterhoofd houden, dat uiteindelijk niet alles realiseerbaar was. Dat vergde van de woordvoerders dus een motivering, waarop vragen en discussie volgde.
De SGB stelde een gemeentehuis voor, “want als dat er niet was, waren er ook geen dingen in de stad”; met die goede motivatie werd het voorstel met 26 stemmen vóór aangenomen. SJELF ging voor een kantoor, “want volwassenen moeten geld kunnen verdienen voor eten en kinderen naar school te laten gaan”; dit voorstel werd verworpen, met 11 stemmen vóór. JIT wilde vervolgens een asielzoekerscentrum, “omdat vluchtelingen ook een plek in het land mogen hebben”; dit voorstel werd aangenomen met 17 stemmen. ZSO wilde toen een supermarkt, “want daarmee kun je geld verdienen en je kunt niet zonder eten”; dat voorstel werd unaniem aangenomen. Het laatste voorstel, een MBO-school van BNG, haalde het niet met 10 stemmen vóór; het argument van ‘werkgelegenheid’ werd bestreden met “dat je dat ook hebt bij de al eerder besloten scholen, ziekenhuis en boerderij”. Toen was het even tijd voor pauze met ranja.
En samenwerken
Er volgende een derde ronde, waarbij nog maar ruimte was voor vier gebouwen. SJELF stelde een zestal windmolens voor, “want er is stroom nodig, ook in het ziekenhuis, en licht”. Zoals we in de praktijk ook altijd zien, werd de vraag gesteld waar die dan geplaatst moesten worden. Achter de boerderij leek de beste plek. Met 15 stemmen was daar een meerderheid voor te vinden. JIT stelde toen een politiebureau voor, “want belangrijk voor de veiligheid”; die kwam er ook met 18 stemmen voor. ZSO bracht daarna een verzorgingshuis op, “voor als je geen trappen meer kunt lopen”. Dit argument werd weerlegt met: “dat er ook trapliften zijn”. Met slechts 10 stemmen vóór kwam er geen verzorgingshuis. BNG wilde graag een apotheek. Daartegen werd ingebracht “dat er bij het ziekenhuis ook een mini apotheek is”; dit werd weerlegd met: “niet voor alle mensen hebben ze daar medicijnen”. Met de kleinst mogelijke meerderheid werd dit voorstel aangenomen. SGB kwam nog met een glas- en papierbak, “anders blijft er overal afval op straat”. Toen overeengekomen kon worden dat nabij de middelbare school de beste locatie daarvoor was, werd ook dit voorstel nipt aangenomen.
De wethouder zei nog financiële ruimte te hebben voor één bouwwerk. JIT presenteerde daarvoor een bos, want “er zijn ook bomen nodig voor zuurstof”. Toen daarvoor samen een geschikte plek kon worden gevonden, werd het voorstel aangenomen, met 14 stemmen vóór.
Interessante vragen
De wethouder en raadsleden vertelden waar ze zich mee bezig hielden. Daarna mochten de kinderen vragen aan hen stellen. Op de vraag “werken jullie in hetzelfde gebouw”, werd geantwoord dat de wethouder vooral werkt in het gemeentehuis en dat de leden van de gemeenteraad hun werk op andere plekken doen, vaak in de avonduren, naast hun eigen werk.
Een vraag ging over een handtekeningenactie voor de speeltuin waar nog geen antwoord op was gekomen; de wethouder zegde dit jaar nog beantwoording toe.
Een andere vraag was: “Krijgen jullie ook stomme reacties?”. Bart van GBA legde uit dat: “het wel eens gebeurde”, “het erbij hoorde” en “stemmen individueel is”. Anderen vulden aan dat het in de raad zelf altijd heel netjes gaat. In de gemeente is de gemeenteraad de baas. De burgemeester leidt de vergadering en wordt met voorzitter aangesproken. Alle discussie loopt via het aanspreken van de voorzitter.
De schoolkinderen hebben laten zien dat ze prima samen gemeenteraad konden spelen. Na deze leerzame ochtend gingen klas 7 en 8 met meneer Drik weer terug naar Galder, geholpen door ouders met auto.